De onderstroom van familieopstellingen

Mensen zijn net IJsbergen. Ongeveer 10% ervan bevindt zich boven water en de rest eronder. Boven water is zichtbaar, je gedrag, vaardigheden, kennis, je werk, auto, kleding, hobby’s. Datgene waar je bij het koffiezetautomaat met je collega’s over zult praten. Boven water is het deel waarin we elkaar als eerste herkennen, waar we vanuit het hoofd het eerste contact maken. Echter als je nooit onder water komt, blijft het oppervlakkig.

Onder water zit je kwetsbaarheid, verlangens, pijn, angsten, liefde, normen, waarden, overtuigingen, zelfbeeld, emoties en ons verhaal. Op deze laag kunnen we gaan verbinden, contacten met anderen en onszelf verdiepen. Hier kun je gezien worden, herkenning bij elkaar vinden, delen en helen.

In het onderste, diepste puntje, daar voel ik de onderstroom, daar waar we allemaal aan elkaar verbonden zijn. Diep in het systemische veld hebben we namelijk allemaal een lijntje met elkaar, haken we allemaal wel ergens in elkaars verhaal, delen we dezelfde voorouders, komen we van dezelfde plek, hebben we dezelfde pijn en delen we eenzelfde geschiedenis en (her)kennen we elkaar zonder dat we soms weten waarvan.

En daar in dat veld, daar werken we met (familie)opstellingen mee. Je hoeft niet woordelijk, niet hoofdelijk alles te weten, het ligt ook vaak niet aan de oppervlakte, niet te zien in de waterspiegel, het is dieper en soms donkerder. Als het jouw opstelling is dan kunnen er dingen naar boven komen waarvan je nog niet wist dat je het bij je droeg, maar je herkent het wel, je voelt dat je daar iets mee te doen hebt.
Daarom kunnen we met opstellingen ook zoveel dieper werken, werkt het ook wanneer je het verhaal niet hoofdelijk kent, en als je bijvoorbeeld alle cognitieve therapie wel gehad hebt en je nog steeds tegen dezelfde patronen en overtuigingen blijft aanlopen.

In opstellingen waarin we met échte mensen werken, worden zij gevraagd om als representant te resoneren met iets of iemand uit het (familie)systeem. Grote kans dat je als representant toch enigszins herkenning voelt op de plek waarvoor je bent gevraagd, of je wist al ergens dat je gevraagd zou worden voordat het was uitgesproken. Deze plek haakt in de onderstroom ergens aan jouw eigen verhaal. Je hoofd zal het niet direct herkennen, je systeem wel. En daarom is het ook helend om als representant mee te doen aan opstellingen van anderen.