Kind zijn
Speel jij nog wel eens buiten? Kleur of teken jij nog wel eens? Doe je wel eens stiekem iets kleins wat eigenlijk niet mag? Of iets zeggen dat echt niet meer kan? En kun jij nog onbegrensd lachen, huilen, schreeuwen of boos zijn vanuit je directe gevoel?
Ik vind het heerlijk om af en toe lekker kinds te zijn. Dit wel op mijn begrensde volwassen manier, maar steeds vaker voelt het weer als onbeperkt, als mogen, als genieten!
Kleurplaten inkleuren en daar urenlang zoet mee zijn zorgt bij mij voor rust. Als ik overprikkeld ben en niet meer weet wat ik met mijzelf aan moet, als televisie kijken te hard binnenkomt, mijn hoofd een boek lezen niet aan kan en ik mijzelf lekker in de weg zit, dan kan ik het beste gaan kleuren. Ook dan nog druk in mijn hoofd, maar langzaam vooral druk met welke kleur ik moet gebruiken, stift of toch potlood, donker of licht en oppassen dat ik niet teveel buiten de lijntjes kleur (voor de beelddenkers, Ja het puntje van mijn tong steekt uit mijn mond). Oh en als je mij roept als ik aan het kleuren ben? Roep dan nog maar een paar keer, want het duurt even tot het tot mij doordringt! Herkenbaar bij jouw kind?
Als ik denk aan onbegrensd kind zijn dan denk ik ook aan de dingen die ik vroeger wel eens stiekem deed. Kleine dingen die eigenlijk niet mochten, maar waar toch geen echte straf op stond als je het wel deed. Gewoon een beetje uitproberen. Een koekje jatten uit de trommel, een paar sokken twee dagen dragen, het dure luchtje van mama opspuiten, iets te laat thuiskomen om te kijken hoe de reactie is, of af en toe een klein leugentje om bestwil vertellen. Wees niet bang als je kind dit ook doet, dat het slecht is of stout wil zijn, het hoort bij het zoeken naar je eigen pad. Nog steeds draag ik wel eens twee dagen dezelfde sokken of vertel ik dat ik echt maar 2 biertjes heb gedronken 😉
Kinderen zijn veel gevoeliger en kwetsbaarder dan volwassenen dat (meestal) zijn. Wij hebben in de loop der jaren veel grenzen opgetrokken (aangeleerd en zelf bepaald). Dit begint al in je jonge kinderjaren. Waar een kind spontaan kan gaan huilen als mama wegloopt of als een ander kindje pijn heeft zullen wij volwassenen ons inhouden. Ik voel nog steeds heel veel als een ander pijn heeft (ah dat was nou dat HSP dingetje), maar zal er niet zo snel meer om huilen als er anderen bij zijn. Zo kan een kind ook keihard lachen zonder om zich heen te kijken of iemand het raar vindt of denken aan of er misschien iets tussen je tanden zit. Als je als volwassene die schaamte eens aan de kant zet en je gevoelens iets bloter toont, zal dat een heleboel opleveren. Veel vreugdehormonen bij elke dag een uitbundige lach, veel vriendschappen door het tonen van je gevoel en ja veel tranen, van het lachen en van het huilen. Tranen die je lichaam gebruikt om te helen.
Maar het allerleukste van kind zijn vind ik het buiten spelen. Gisteren ben ik naar de Efteling geweest met een bus vol volwassenen. Dit doen we elk jaar. Elk jaar op een dinsdag in oktober vertrekken wij met een bus vol naar het zuiden van het land om de hele dag te spelen. We huppelen als kinderen door het park om ons zo vaak mogelijk met de nieuwe achtbaan naar beneden te laten storten, we rennen van de ene kant naar de andere kant van het park om te kunnen genieten van een droomwereld of een behekst huis. We balen als de fata morgana gesloten is, want stiekem vinden we het nu heel stoer om niet meer bang te zijn voor de krokodillen en tijgers. We zitten met een poncho aan in de wildwaterbootjes en we joelen en schreeuwen als we winnen van Joris of de draak. En uiteraard wandelen we altijd een stuk door het sprookjesbos, bukken om door kleine raampjes bij de kabouters binnen te kijken, luisteren naar verhaaltjes van de sprookjesboom, verzamelen papier voor ‘Papier hier’ en nemen 50ct muntstukken mee om de ezel een eftelingdukaat uit te laten poepen. Aan het einde van de dag rollen we moe en voldaan de bus in. Waar we vroeger als kind stoned van de fruitella in de bus zaten, zitten we nu met een sixpack bier en bakjes kaas en worst op schoot. Op naar de zeedijk alwaar we na een klein inkak-moment toch weer in de kroeg belanden, nog eentje dan. Het enige verschil met toen we kinderen waren, wij hebben vandaag allemaal een beetje hoofdpijn. En volgend jaar gaan we weer! Want van af en toe een beetje kind zijn kunnen we geen genoeg krijgen!